Hij ontwijkt mijn blik heel even. Hij kent me nog niet zo goed en ik herken wat zijn lichaamstaal vertelt. Schaamte.
Het zijn de gevolgen van kwajongensjaren die hem nu nog achtervolgen en als een molensteen om zijn nek hangen.
Wat ik in hem bewonder is de les die hij daar uit heeft gehaald voor zichzelf. Dit nooit meer. Hij zegt het elke keer wanneer ik hem zie. Maar hij is ook positief. Elke keer zie ik een kracht in hem die groeit. Zijn gedrag verandert snel door de resultaten die we samen behalen. Zijn werkgever was bezorgd geworden. Goeie en fijne mensen in een sterk familiebedrijf, met een groot hart voor hun personeel.
Ze dragen zijn strijd met hem en hij voelt dat.
Hij droomt intussen van een ander huis en van een huwelijk met zijn grote liefde.
Na ongeveer zeven maanden is het licht aan het einde van de tunnel prachtig en fel en hij geniet er van. Het is zó verdiend. Die laatste loodjes redt hij prima zelf.